Arjan meets a Dutch-speaking cashier at the grocery store and strikes up a conversation. This dialogue focuses on common words and phrases you might use when meeting a native speaker.
Oefenen met Nederlands in de supermarkt | Practicing Dutch at the Supermarket |
Arjan is in de supermarkt, boodschappen aan het doen voor het avondeten. Hij loopt naar de kassa en legt zijn boodschappen op de band. | Arjan is in the supermarket, shopping for dinner. He walks to the checkout and places his groceries on the belt. |
De kassière begroet Arjan in het Engels, en Arjan hoort meteen een accent. Hij vermoedt dat de kassière Nederlandstalig kan zijn en besluit te vragen: | The cashier greets Arjan in English, and Arjan immediately hears an accent. He suspects the cashier might speak Dutch and decides to ask: |
Arjan: Spreekt u toevallig Nederlands? | Arjan: Do you happen to speak Dutch? |
Kassière: Ja hoor! Ik kom uit Nederland. | Cashier: Yes, of course! I’m from the Netherlands. |
Arjan: Oh, leuk! Zodra ik het accent hoorde, dacht ik al dat u misschien Nederlandstalig bent. | Arjan: Oh, nice! As soon as I heard the accent, I thought you might be Dutch-speaking. |
Kassière: Haha! Goed gehoord! U heeft een scherp oor. En waar komt u vandaan? | Cashier: Haha! Good ears! You have a sharp ear. And where are you from? |
Arjan: Ik kom uit de VS, maar ik leer al een paar jaar Nederlands. Ik zoek constant naar mogelijkheden om te oefenen. | Arjan: I’m from the U.S., but I’ve been learning Dutch for a few years. I’m constantly looking for opportunities to practice. |
Kassière: Uit de VS? Dat hoor je niet vaak — zelden ontmoet je een Amerikaan die een vreemde taal spreekt. | Cashier: From the U.S.? You don’t hear that often — you rarely meet an American who speaks a foreign language. |
Arjan: Haha! Klopt, we staan daar niet echt om bekend. | Arjan: Haha! True, we’re not really known for that. |
Kassière: Maar uw accent is goed, dat is indrukwekkend. | Cashier: But your accent is good; that’s impressive. |
Arjan: Dank u! Ik wil ooit graag eens naar Nederland gaan. Ik heb foto’s gezien van de moderne architectuur in Rotterdam — de stad ziet er prachtig uit. | Arjan: Thank you! I’d love to visit the Netherlands someday. I’ve seen pictures of the modern architecture in Rotterdam — the city looks beautiful. |
Kassière: Dat is het zeker! Ik ben opgegroeid in Rotterdam. U moet echt een keer naar Nederland gaan! | Cashier: It certainly is! I grew up in Rotterdam. You really should go to the Netherlands sometime! |
Arjan: Staat op mijn lijst! Misschien volgend jaar — tickets zijn niet goedkoop. | Arjan: It’s on my list! Maybe next year — tickets aren’t cheap. |
Kassière: Oh ja, en het is een lange vlucht — met een paar tussenstops. Nou, leuk om even te kletsen. Succes met uw Nederlands. | Cashier: Oh yes, and it’s a long flight — with a few stopovers. Well, it was nice chatting. Good luck with your Dutch. |
Arjan: Dank u! Leuk om even gepraat te hebben! | Arjan: Thank you! Nice talking to you! |